nieuws

22/08/2019

Reacties vanuit de gymnasium cafés

Reacties op de visie VCN vanuit de gymnasiumcafés van de BGV

De drie bijeenkomsten zijn in totaal bezocht door een veertigtal mensen en leverden een goede gedachtewisseling op, zoals uit onderstaand overzicht van de reacties moge blijken.

Algemene opmerkingen:

Vanuit de bijeenkomsten kwam naar voren dat er een korte krachtige visie geformuleerd dient te worden met een positieve insteek. Gymnasiasten vormen een kleine toplaag, maar zijn niet elitair. Het gaat om de ontwikkeling van capaciteiten door brede intellectuele uitdagingen en daardoor sociale mobiliteit.

Samenvatting van de opmerkingen uit de drie cafés:

Vraag 1: Ten aanzien van de afbakening van het leergebied: wat is de inhoud en reikwijdte van het leergebied als geheel?

Liever betekenisgeving dan reflectie op, dan sluit je aan bij recente inzichten in leertheorieën. Zie ook Leerplan in Beeld (SLO) https://leerplaninbeeld.slo.nl/. Gehele curriculum moet ook de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke kennis en wetenschapsfilosofie omvatten. De klassieken zouden een diepere laag moeten aanbrengen aan “zaken” die iedere leerling aangaan. Zo worden de analytische vaardigheden en soft skills zoals doorzettingsvermogen gemist. Gymnasiasten moete de meerwaarde ervaren van hun vaardigheden en kennis. Zo is er een onderscheidend verschil tussen: Havo/atheneum/gymnasium: debatten / redevoeringen / meningsvorming. In het gymnasium geef je een diepere laag. Idem kunst waar er voor het gymnasium ook een diepere laag te behalen valt. Kunnen de klassieken inbrengen in andere leergebieden: Burgerschap – M&M/ Kunst/cultuur/ Moderne Vreemde Talen

Een ander onderwerp is het inzichtelijk maken van de meerwaarde van de klassieke talen. Taal- en tekstanalyse hoort ook bij reikwijdte. Dit gebeurt allemaal al vanuit de talige analyse van de teksten (elke generatie heeft zijn eigen vertaling nodig). De talige analyse moet de basis zijn van alle bouwstenen. Werk vanuit talige insteek, vanuit oorspronkelijke teksten.

Een algehele overpeinzing is de vraag of de reikwijdte niet ook een PR-praatje vormt, waarmee men goedpraat welke zaken erbij gedaan moeten worden?

Als ons vak vooral talig moet zijn/ blijven dan komen de volgende argumenten naar voren:

  1. Literaire beschouwende vorming
  2. Grammaticaal redeneren
  3. Plezier in poëzie/ taal &cultuur
  4. Genieten van vertalen
  5. Kritisch kunnen nagaan van bronnen (geen nepnieuws)
  6. Langzame en precieze ontsluiting van teksten en dito interpretatie

Vraag 2: Wat betekenen recente vakinhoudelijke inzichten en grote maatschappelijke uitdagingen voor de aard en het belang van het leergebied? 

Ad. wetenschap

Op dit moment worden er reeds voorbeelden benoemd waardoor er tevens een aanzienlijk deel uitgesloten wordt. Door de keuze te maken, die wellicht op voorkeur gebaseerd is, wordt iedereen gedwongen zich te richten op deze beperkte voorbeelden. De vraag blijft rijzen of het veld zich hierin herkent.

Als toevoeging kan het waardevol zijn dat er een koppeling is tussen relatie van moderne technieken in combinatie met archeologische ontwikkelingen. Bijvoorbeeld de herontdekking van de Archimedescodex, die door moderne technieken weer vernieuwde inzichten bood.

Ad. maatschappelijke uitdagingen (p. 2) … het bewustzijn van culturele overeenkomsten en verschillen en de ontwikkeling in de geschiedenis van de westerse wereld, maakt gymnasiasten bij uitstek geschikt om in een globaliserende wereld te opereren.

Onze vakken leveren een grote bijdrage van burgerschapsvorming. Zo krijgen leerlingen identiteitsontwikkeling mee door van afstand kijken naar geschiedenis. Daarbij wordt gekeken naar de ontwikkelingen gedurende de geschiedenis van het verleden, naar het heden tot de toekomst. De rol van religie binnen maatschappij krijgt daarin ook een duidelijke rol bijvoorbeeld bij de assimilatie in het Romeinse Rijk.

Ad. globalisering

Op punt van grammatica: vergelijk met Belgische onderwijsvernieuwing. Termen als meerplaatsigheid en noodzakelijke/vrije aanvulling zijn daar verplicht in het secundair onderwijs. Functionele grammatica bijvoorbeeld voetnoot 2: CEVO-lijst.

Ad. identiteit

Het gymnasiale onderwijs kan hier een rol in spelen door de sterke beelden, machtige verhalen en belangrijke vragen vanuit de gymnasiale vorming.

De kaders van identiteit liggen nergens vast. Zo blijft het grootspraak en dus vrijblijvend en gaan we door met ons te focussen op de coni. In de bijzin.

Ad. integratie

Hoe bereiken wij dan met ons klassieke talen onderwijs dat allochtonen zich kunnen identificeren, opdat het onderwijs integratie bevordert?

Ad. kenniseconomie

Uit onderzoek blijkt dat vwo’ers met een gymnasiumdiploma in vervolgopleidingen significant succesvoller zijn. GLTC draagt dus bij aan excellentie en de succesvolle deelname aan kenniseconomie. Het verder ontwikkelen van vakoverstijgende programma’s en leggen van relaties tussen vakken, zal hieraan bij kunnen dragen.

Vraag 3: Hoe kan het leergebied bijdragen aan de drie hoofddoelen van onderwijs, te weten kwalificatie, socialisatie en persoonlijke vorming van leerlingen?

Er dient meer geconcretiseerd te worden voor het werkveld, maar pas op voor een vaste canon. Dat slaat het vak dood! Er is vraag naar een minimumlijst en een stappenplan voor de te behandelen cultuur. Daarnaast moet het centraal eindexamen aangepast worden. Door het pensum is er weinig tijd voor verdieping binnen het vak, dat zal nog sterker worden als er minder contacttijd komt.

Vraag 4: Wat is de samenhang tussen de verschillende domeinen of disciplines binnen het leergebied? 

Het is erg veel!  De disciplines GLTC omvatten alles wat er genoemd wordt. In de huidige formulering ontbreekt de samenhang en oogt het overladen. Dit zijn hopelijk voorbeelden en het is geen verplichte to-do list.

Vraag 5: Wat is de samenhang van het leergebied met andere leergebieden en met leergebiedoverstijgende thema’s?  

GLTC biedt een mooie combinatie van alfa- en bèta-vaardigheden de combinatie tussen talig en analytisch. Met de beperkte tijd moet er keuze gemaakt worden tussen de doelen. Het moet niet dichtgetimmerd worden. De klassieken geven een diepere laag aan allerlei vakken, doordat gymnasiasten een rijker verhaal zien.

Vraag 6: Wat is de samenhang tussen de kennis en vaardigheden in het leergebied en de brede vaardigheden? 

Het echte eigene van de klassieken moet in de bouwstenen duidelijker naar voren komen. Er moet meer ruimte gemaakt worden in het huidige curriculum. Bijvoorbeeld door minder te vertalen en meer ruimte te geven voor de vormende zaken, waarbij kennis wel heel belangrijk moet zijn. Het unieke van GLTC moet benadrukt worden: de strikte, talige analyse in combinatie met onzekerheid. Er is immers niet een eenduidige conclusie. Belangrijk is dat er keuzes blijven in wat er wordt aangeboden: keuzedomeinen, waaraan de brede vaardigheden gekoppeld kunnen worden.