Verslag conferentie BGV 2 april 2011

Toekomst voor Latijn (en Grieks) en de gevolgen voor het gymnasiale onderwijs

De BGV kijkt terug op een geslaagde conferentie op 2 april jl. Ca. 80 mensen hadden de moeite genomen op hun vrije zaterdag naar Utrecht te komen om te luisteren naar prof.dr.S.Waslander en mee te praten over de toekomst van het gymnasiumonderwijs op vwo-afdelingen.
De examenresultaten bij met name het vak Latijn vormen al langere tijd een bron
van zorg. De Belangengroep Gymnasiale Vorming van de AOb benaderde in 2010 prof.dr. S.Waslander, hoogleraar sociologie aan Tilburg University, om in navolging van haar onderzoek op zelfstandige gymnasia (Latijn en de kracht van de vanzelfsprekendheid, 2009) een vergelijkbaar onderzoek te doen op gymnasiale afdelingen.

Tijdens het ochtendprogramma presenteerde mw. Sietske Waslander samen met mede-onderzoekers mw. Cissy Pater en dhr. Bosco Smit het onderzoeksrapport De toren van Jenga, een onderzoek naar succesbevorderende en succesbelemmerende factoren bij het vak Latijn op gymnasiale afdelingen van scholengemeenschappen.
Mw. Waslander gaf een heldere uiteenzetting over haar onderzoek, waaruit naar voren kwam dat de verschillen in prestaties bij het vak Latijn tussen scholen groot zijn. Deze verschillen zijn door de jaren heen stabiel en niet te verklaren vanuit de meer zichtbare verschillen tussen scholen, zoals bijvoorbeeld aantal leerlingen of aantal aangeboden leerwegen. Een opmerkelijke conclusie is dat op geen van de onderzochte scholen, noch op de vier hoogscorende noch op de vier laagscorende, strategisch beleid wordt gevoerd ten aanzien van het gymnasium. Wel blijkt een sterke groepsbinding tussen leerlingen een positieve invloed te hebben op de prestaties, een grote mate van vrijblijvendheid daarentegen geeft minder uitstraling aan de vakken en meer kans op uitstroom. Waarschijnlijk ook, maar zeker niet alleen, is de kwaliteit van de docenten bepalend voor het goed functioneren van de gymnasiale afdeling, maar van groter belang is een goede verankering van de gymnasiale afdeling binnen de school.
Het rapport roept tenslotte twee vragen op die van belang zijn voor de toekomst van gymnasiaal onderwijs, namelijk hoe de ondergrens van de kwaliteit van gymnasiale afdelingen adequaat kan worden bewaakt en of het gymnasiale onderwijs in de nabije toekomst in de huidige omvang te handhaven is.

In de middag werden de deelnemers uitgenodigd deel te nemen aan twee gespreksrondes, de ene over het onderzoek van mw. Waslander en de andere over het eindrapport van de Verkenningscommissie Klassieke Talen (Het geheim van de blauwe broer, 2010).
In de afzonderlijke groepen ontstonden levendige discussies. De beweringen en conclusies uit het rapport De toren van Jenga werden herkend, vele ideeën gingen over tafel om de positie van de gymnasiale afdeling en van de klassieke talen te versterken. Waar de discussie ging over het rapport Het geheim van de blauwe broer sprak men vooral over de Gouden Standaard, waarin de randvoorwaarden voor het onderwijs in de klassieke talen gedefinieerd gaan worden. De behoefte aan een dergelijke gouden standaard lijkt groot.
Velen gaven na afloop aan nieuwe inspiratie te hebben opgedaan en blij te zijn met de verkregen informatie en deze te kunnen gebruiken in gesprekken met de schoolleiding. De BGV werd gevraagd een vervolg te geven aan de conclusies van deze dag.

S.Waslander, C.Pater, B.Smit, De toren van Jenga, een onderzoek naar succesbevorderende en succesbelemmerende factoren bij het vak Latijn op gymnasiale afdelingen van scholengemeenschappen, april 2011. Dit rapport kan worden besteld door €10,- per exemplaar (incl. verzendkosten) over te maken naar rek.nr. 190389 ten name van de AOb in Utrecht. Bij de mededelingen vermeldt u "Jenga" en uw naam en adres.